• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de voettekst

ProtocollenWijzer

  • Protocollen
  • Artikelen
  • Video’s
  • Over ProtocollenWijzer
  • Advies & contact

‹ Naar het overzicht

Evidence-based werken in de kinder- en jeugdpsychotherapie: richtlijnen en trends

Al meer dan 20 jaar rapporteren onderzoekers dat de klassieke kinder- en jeugdpsychotherapie (care as usual) geen aantoonbare effecten heeft. Care as usual kán wel effectief zijn voor sommige stoornissen, en de effectiviteit neemt ook toe als er lang genoeg behandeld wordt, maar daarmee wordt de behandeling wel uitermate duur en haken veel cliënten vroegtijdig af. Uit onderzoek is inmiddels gebleken dat jongeren die een protocollaire behandeling kregen beter af waren dan 62% van de kinderen en adolescenten die care as usual kregen. Protocollair behandelen moet dus meer ingezet worden. Welke richtlijnen zijn er voor protocollair werken en wat zijn de trends?
Caroline Braet
28 februari 2024
Susan Bögels
Susan Bögels
28 februari 2024
Algemeen

Deel dit artikel

Protocollen

Voor ons taalgebied zijn honderden protocollen beschikbaar, die sterk kunnen variëren in kwaliteit. Het is belangrijk om het onderzoek dat naar de werkzaamheid van protocollen is gedaan, te beoordelen en de bevindingen mee te nemen bij de keuze van een behandeling. Een goed behandelprotocol omschrijft in elk geval de doelgroep, de rationale, het aantal sessies, de methodieken die worden toegepast en wat er stapsgewijs moet gebeuren (de activiteiten). Het draaiboek omvat verder richtlijnen voor het opzetten van de behandeling, de doelgroep, de in- en exclusiecriteria, de thuiswerkopdrachten, en hoe het effect van de behandeling te evalueren.

Protocollen kennen een aantal voordelen:

  • Het ontwerp van een protocol is gebaseerd op theorie, onderzoek en jarenlange klinische ervaring.
  • Behandelprotocollen maken het therapeuten gemakkelijker om een bepaald niveau van technische en klinische bekwaamheid te bereiken.
  • Protocollen zijn overdraagbaar en repliceerbaar.
  • Een protocol heeft het voordeel dat er al van tevoren een algemene probleemanalyse heeft plaatsgevonden van een bepaald probleem.
  • Protocollen zijn getoetst op hun effectiviteit en zijn doorgaans (veel) effectiever dan care as usual.

Richtlijnen voor het gebruik van een protocol

Een protocol moet steeds verstandig worden toegepast. Er gelden daarbij zekere voorwaarden:

1 Een zorgvuldig assessment gaat aan protocollair werken vooraf

In elk geval dient gemeten te worden of het kind voldoet aan de criteria van de diagnose waarvoor het protocol ontwikkeld is, en of het kind voldoet aan de in- en exclusiecriteria. Ook is het raadzaam om van tevoren de etiologische en instandhoudende factoren van een probleem te onderzoeken en tot een goede indicatiestelling te komen.

2 Protocollair werken vereist de nodige expertise

Therapeuten moeten kennis van onderzoek hebben, goed getraind en gesuperviseerd worden, en voldoende tijd hebben om zich op een protocollaire sessie voor te bereiden.

3 Protocollair werken vereist een goede therapeutische relatie

De therapeutische relatie wordt niet vertroebeld door het gebruik van een behandelprotocol. Integendeel, juist omdat de methodieken vastliggen, is er vaak meer tijd om de therapeutische relatie uit te bouwen.

4 Binnen het protocol moet er ruimte zijn voor individualisering

Vaak zijn protocollen gericht op het modale kind, maar zijn er creatieve toepassingen nodig wanneer men met bijzondere doelgroepen werkt. Maar het is niet de bedoeling dat een therapeut af en toe iets uit een protocol pikt wanneer het toevallig van pas komt: een keuze voor protocollair werken betekent een nieuwe, planmatige manier van werken met kinderen en hun gezin.

5 Protocollair werken vraagt om participatie in een intervisiegroep

Collega’s kunnen elkaar wekelijks feedback geven, als klankbord fungeren en naar oplossingen zoeken voor problemen, maar bovenal: elkaar steunen in het nauwgezet uitvoeren van een protocol.

6 Goed omgaan met comorbiditeit

Kinderen en adolescenten die zich aanmelden voor behandeling hebben vaak comorbide problemen, maar uit onderzoek blijkt dat dit geen obstakel is voor behandelsucces. Advies aan therapeuten is om niet afgeleid te worden door comorbide problematiek, maar op een eenvoudige en concrete wijze volgens het protocol door te werken aan de primaire stoornis, en er vertrouwen in te hebben dat de effecten generaliseren naar andere mogelijke problematiek. Wanneer echter gezien de chroniciteit of complexiteit van de klachten de indicatie is dat er beter op de onderliggende processen wordt gewerkt, kan een transdiagnostische behandeling een goed alternatief zijn. Men blijft dan kiezen voor een protocollaire aanpak, maar met een andere inzet: niet op de klacht, maar op het onderliggende proces.

Systematische evaluatie

Iedere zichzelf respecterende deskundige beoogt evaluaties over zijn of haar patiënten bij te houden. Dit kan goed via casusgestuurd onderzoek, ofwel een n = 1-evaluatie. Daarbij wordt gekeken of de scores op de vragenlijsten van een kind of ouder verschuiven van pathologisch naar niet-pathologisch, of dit verschil klinisch significant is en of de verschuiving betrouwbaar is. Indien een verandering klinisch significant en betrouwbaar is, kunnen we haar beschouwen als een echte verandering, die ook relevant is voor de patiënt. Op grond van deze evaluaties kan vervolgens onderzocht worden of er therapeutische winst is.

Trends

Wat kunnen we verwachten van protocollaire behandelingen en waar moeten we rekening mee houden?

1 Behandelmethodieken die mogelijk meer kwaad dan goed doen

Er zijn nog andere argumenten dan de hiervoor genoemde te bedenken die ervoor pleiten om niet intuïtief te werk te gaan, maar een behandeling te kiezen die op grond van onderzoek aantoonbaar werkt. Zo kan daarmee de kans dat een cliënt schade oploopt door een behandeling verminderd worden.

2 Protocollen vanuit verschillende therapeutische invalshoeken

Naarmate de etiologische modellen toenemen, worden in de hierbij aansluitende protocollen ook methodieken geïntegreerd die in andere therapeutische scholen dan cognitieve gedragstherapie ontwikkeld zijn, zoals de experiëntiële of de systemische. Voordat dergelijke elementen geïntegreerd worden in een protocol moet er wel op basis van voldoende onderzoek evidentie zijn dat dit bijdraagt aan optimalisatie van de behandeling.

3 Studies naar implementatie van protocollen, disseminatie en kosteneffectiviteit

Nu er protocollen bestaan die als ‘werkzaam’ geëvalueerd zijn, rijst de vraag of de verschillende behandelingen even goed zijn, of dat er ook (combinatie)programma’s bestaan die ‘beter’ werken of kosteneffectiever zijn dan andere. Daarvoor kunnen kosteneffectiviteitsanalyses worden gedaan.

Wat betreft implementatie blijkt dat alle interventies slechts met een lage intensiteit worden toegepast. Naast factoren als het klimaat van een instelling en de attitudes tegenover ‘verandering’ blijken vooral eenvoudige methodieken als monitoring en supervisie van belang te zijn.

4 Vastleggen van de behandelduur

Nu er protocollen bestaan die pretenderen in een precies aantal sessies een klacht effectief te behandelen, kan dit ertoe leiden dat er voor ieder kind slechts een beperkt aantal therapie-uren beschikbaar is voor de klacht waarmee het aangemeld wordt. Het lijkt echter voorbarig om kinderen geen bijkomende sessies aan te bieden, wanneer daar na een protocol duidelijk behoefte aan is. Bovendien komt niet ieder kind in aanmerking voor een protocolbehandeling en haken sommigen af om praktische redenen.

5 Verdere ontwikkeling van protocolvarianten

Sommige werkboeken van protocollen zijn inmiddels omgevormd tot zelfhulpboeken. Zolang dergelijke zelfhulp echter nog niet is onderzocht, blijft dit geen aan te bevelen pad.

Een andere trend is dat sommigen ervoor pleiten om uit verschillende protocollen de beste modules te halen en die samen in één programma aan te bieden, waaruit flexibel geplukt kan worden. Deze trend loopt parallel met het zoeken naar de actieve componenten binnen een bepaald protocol en de werkzame mechanismen ervan. Dit is een interessante ontwikkeling maar de resultaten hiervan zijn nog niet bekend.

Dit artikel is gebaseerd op Braet, C., & Bögels, S. (2020). Kinderen en adolescenten met psychische klachten: Aanzet tot evidence-based werken. In Braet, C., & Bögels, S. (red.), Protocollaire behandelingen voor kinderen en adolescenten met psychische klachten. Boek 1: Transdiagnostisch (pp. 15-48). Boom.

Deel dit artikel

Gerelateerde protocollen

Brain Fitness: een blended-care zelfcontroleprogramma voor de behandeling van overgewicht bij kinderen en adolescenten

Brain Fitness: een blended-care zelfcontroleprogramma voor de behandeling van overgewicht bij kinderen en adolescenten

Brain Fitness is een online training die helpt met het ontwikkelen van zelfcontrolevaardigheden. De behandeling is bedoeld als aanvulling van een evidencebased begeleiding door een multidisciplinair team. Bij obesitas kan zo’n team bestaan uit artsen, diëtisten, beweegkundigen, psychologen, sociaal werkers, enzovoort. De training kan niet als alleenstaande behandeling toegepast worden, aangezien ze dient om de technieken en vaardigheden die geleerd werden in de standaardzorg beter te kunnen inpassen in het dagelijks leven.

Voeding en eten
Adolescenten 12-22, Kinderen 4-12
Tiffany Naets, Leentje Vervoort, Sandra Verbeken, Caroline Braet
executieve functietraining
Bekijk details van dit protocol

Behandeling voor kinderen en adolescenten met traumagerelateerde klachten

Eye movement desensitization and reprocessing

EMDR (eye movement desensitization and reprocessing) kan helpen bij klachten en stoornissen die samenhangen met belastende herinneringen aan schokkende of negatieve gebeurtenissen. Die herinneringen kunnen leiden tot een grote variatie aan psychopathologie, waaronder de posttraumatische-stressstoornis (PTSS). Bij de toepassing van dit EMDR-protocol moet rekening worden gehouden met de ontwikkelingsleeftijd van het kind. Dit komt tot uiting in protocolaanpassingen, de rol die de ouders krijgen toebedeeld en de attitude van de therapeut.

Trauma
Adolescenten 12-22, Jonge kinderen 0-4, Kinderen 4-12
Renée Beer, Carlijn de Roos
EMDR
Bekijk details van dit protocol

EmotieREgulatie Kind en Adolescent

De EuREKA-training is een transdiagnostisch groepsprogramma: er wordt niet gefocust op één specifieke emotionele stoornis, maar op versterkende emotieregulatievaardigheden en strategieën. De training vormt daarom binnen de klinische praktijk geen opzichzelfstaande behandeling, maar wordt toegevoegd (of gaat vooraf) aan een stoornisspecifiek geïndiceerd behandelprogramma. In de individuele therapie kunnen de tijdens de training geleerde emotieregulatievaardigheden verder uitgediept worden en kan de transfer naar de thuiscontext verder gefaciliteerd worden.

Emotie
Adolescenten 12-22, Kinderen 4-12
Sandra Verbeken, Elisa Boelens, Taaike Debeuf, Eva Van Malderen, Brenda Volkaert, Laura Wante, Caroline Braet
cognitieve gedragstherapie, acceptance and commitment therapy (ACT)
Bekijk details van dit protocol

Gerelateerde artikelen en video's

Wat werkt voor wie? Ontwikkelingen in onderzoek naar behandelprotocollen
Algemeen

Wat werkt voor wie? Ontwikkelingen in onderzoek naar behandelprotocollen

Hoe heeft het onderzoek naar evidence-based behandelingen zich ontwikkeld? In de afgelopen vijftig jaar zijn er vele honderden gerandomiseerde trials […]

Pim Cuijpers, Caroline Braet
19 november 2024
Wat als je patiënt niet verbetert?
Algemeen

Wat als je patiënt niet verbetert?

Bij het geven van een effectief bewezen therapie zien we dat 60% geen significante symptoomreductie zal ervaren na één behandeling. In de praktijk denken behandelaren dan vaak dat ze de therapie niet goed hebben uitgevoerd, het is immers een evidence-based behandeling, dus die moet werken. Of ze denken dat ze de diagnose niet correct gesteld hebben. Maar dat is niet automatisch het geval. Wat dan wel? Er is nauwelijks onderzoek uitgevoerd naar de vraag wat je kunt doen als iemand niet opknapt door therapie. Moet je dan doorverwijzen? Het pad van de protocolbehandeling verlaten? We zetten drie mogelijkheden op een rij.

Pim Cuijpers, Caroline Braet
Protocollaire behandelingen (ESTs): wat zijn de twijfels en voordelen?
Algemeen

Protocollaire behandelingen (ESTs): de twijfels én voordelen

In de afgelopen decennia is voor veel psychische stoornissen een behandeling ontwikkeld waarvan herhaaldelijk in onderzoek is aangetoond dat die effectiever is dan andere behandelingen. Dit zijn de zogeheten ‘research-supported treatments’ of ‘empirically supported treatments’ (ESTs). Ze focussen meestal op een specifieke stoornis en werden tijdens het onderzoek uitgevoerd met behulp van een handleiding of protocol. Zo’n behandelprotocol beschrijft stapsgewijs hoe een behandeling wordt uitgevoerd, welke behandeltechnieken worden gebruikt en in welke volgorde. Maar er bestaan een hoop misvattingen en twijfels over protocollen. Hoe wordt hierover gedacht? En wat zijn de voordelen van werken met een standaardbehandeling?

Ger Keijsers, Agnes van Minnen, Marc Verbraak, Kees Hoogduin, Paul Emmelkamp
24 april 2024
Protocollaire diagnostiek van kinderen en adolescenten
Algemeen

Protocollaire diagnostiek van kinderen en adolescenten

Diagnostiek kan net als behandeling volgens een ‘protocol’ verlopen, bijvoorbeeld als een diagnosticus werkt volgens het praktijkmodel handelingsgerichte diagnostiek (HGD) […]

Leen Van Vlierberghe, Paul Hamers, Caroline Braet
28 februari 2024

Footer

ProtocollenWijzer
  • Stuur ons een reactie, vraag of suggestie
  • Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
  • Twitter
  • Instagram
  • LinkedIn
  • Protocollen
  • Advies & contact
  • Over ProtocollenWijzer
  • Over Boom Psychologie & Psychiatrie
  • Algemene voorwaarden
  • Algemene voorwaarden zakelijk
  • Cookieverklaring
  • Digitale content
  • Disclaimer
  • Privacy policy