1. Tweede behandeling
Op grond van onderzoek weten we dat veel mensen beter opknappen na een tweede behandeling (tot 65%). Dit is een positief scenario: het aantal patiënten dat opknapt na een behandeling stijgt wanneer zij eerder een andere behandeling hebben gehad (Furukawa et al., 2016). Gezien de vele evidence-based behandelingen die er voor verschillende klachten zijn, lijkt dit de meest aangewezen next step. Het is dus belangrijk om te accepteren dat we niet altijd snel verbetering kunnen verwachten; dat dit nu eenmaal bij het werk hoort en dat we maar beter strategieën ontwikkelen zodat we weten wat we kunnen doen als patiënten niet opknappen.
2. Hype van het moment
Soms kiest men voor de ‘hype van het moment’. In de afgelopen vijftig jaar zijn er allerlei nieuwe therapieën ontwikkeld, steeds met de belofte dat ze beter zouden zijn dan bestaande therapieën. Maar die belofte is nog nooit ingelost. Alle therapieën voor depressie die in meer dan tien trials onderzocht zijn laten bijvoorbeeld vergelijkbare effecten zien. Nieuwe therapieën zijn niet beter dan bestaande therapieën. Het is dus raadzaam om terughoudend te zijn in het omarmen van telkens maar nieuwe therapieën. Het is veel belangrijker om te beseffen dat behandelingen maar beperkte effecten hebben.
3. Intuïtieve en gepersonaliseerde aanpak
Er gaan vaak stemmen op om dan maar te kiezen voor een intuïtief gepersonaliseerde aanpak en het pad van de geprotocolliseerde evidence-based behandelingen te verlaten. In sommige gevallen is het nog steeds de klinische blik en de ervaring van therapeuten die bepaalt wat er in een behandeling gebeurt. Hierover is weinig onderzoek bekend, en wat we weten is niet zo positief. Wanneer we de bevindingen van controlegroepen bekijken, levert elke vorm van counseling bij 10 tot 15% van onze patiënten een goede respons op (gedefinieerd als 50% symptoomreductie). Dit kan te maken hebben met een placebo-effect, spontaan herstel of aspecifieke therapiefactoren (bijvoorbeeld een warme therapeutische relatie). Helaas is dus hier de non-responder groep té groot, wat ons toch dwingt om zoveel mogelijk effectief bewezen therapieën toe te passen.
Ontwikkelingen in onderzoek naar behandelprotocollen:
Welke behandeling werkt voor wie? Meer over de ontwikkelingen in het onderzoek naar behandelprotocollen en tips voor het goed interpreteren van je analyses lees je in dit artikel door Pim Cuijpers en Caroline Braet.
Over de auteurs
Pim Cuijpers is emeritus professor klinische psychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam (Amsterdam Public Health research institute). Ook is hij als directeur verbonden aan het WHO Collaborating Centre for Research and Dissemination of Psychological Interventions.
Caroline Braet is klinisch psycholoog, gedragstherapeut en emeritus professor aan de Universiteit Gent. Ze is verbonden aan de vakgroep Ontwikkeling, Persoonlijkheid en Sociale Psychologie.